Slapeloos appeltaartje

40 gram witte wijn
80 gram ongezouten boter
125 gram bloem
50 gram fijne tafelsuiker
zakje vanillesuiker
snufje zout

3 middelgrote moesappels
citroensap
1 eetlepel suiker met kaneel
1 eetlepel fijne tafelsuiker
amandelsnippers

Warm de witte wijn heel zachtjes tot lauwwarm (niet koken).
Neem van het vuur en roer er de in stukjes gesneden boter door.
Zeef de bloem in een kom, voeg de suiker, vanillesuiker, het snufje zout
en het wijnbotermengsel eraan toe.
Maak er een mooie deegbal van, die minstens twee uur in de koelkast
moet afkoelen voor verdere bewerking.
Dit deeg kan heel goed een dag van tevoren worden gemaakt, wel een uurtje
vóór gebruik uit de koelkast halen.

Rol het deeg uit tot een dunne plak en bedek hiermee een ingevette ronde vorm
met een diameter van ca. 23 cm.
Schil de appels, snijd ze in vieren, verwijder de klokhuizen en snijd de appels
in dunne plakjes.
Leg de appelschijfjes dakpansgewijs op de deegbodem.
Strooi hierover een mengseltje van suiker en kaneel, leg hierover
een tweede laagje appelschijfjes.
Besprenkel de appel met wat citroensap, strooi er nog wat suiker over.
Garneer met amandelsnippers.

Bak de taart gaar en lichtbruin middenin een voorverwarmde oven op 175º C.

Serveer na het afkoelen desgewenst met stijfgeslagen slagroom.