Sluit dit vernster
Lees een eerder verhaal: Kattekwaad
Print dit verhaal
   

EEN KWESTIE VAN GENEN

 

'Laura, meisje, wat ik vanmiddag heb meegemaakt, zul je niet geloven'. Hij kwam met snelle passen op me af, zonder zijn jas uit te doen. Hij duwde me zachtjes terug in mijn stoel en steunde met zijn handen op de stoelleuning, zijn gezicht vlak bij het mijne en keek me intens aan. Ik rook dat hijgedronken had.
‘We zijn in één klap uit de problemen!’
Hij richtte zich op, smeet zijn jas op een stoel en liep naar de kast, waar hij voor zichzelf een groot glas whisky inschonk. Ik had hem in tijden niet zo opgewonden gezien. Hij ging, rustiger nu, naast mij zitten en begon een fantastisch verhaal.
‘Ik liep vanmiddag de zaak uit om even om de hoek te gaan lunchen, toen een man mij aansprak. Hij had kennelijk op mij gewacht.
‘Joost Richters?’ vroeg hij. Het was of ik in de spiegel keek. Echt waar, Laura, ik zag mezelf staan. Beetje langer haar, andere kleren natuurlijk, maar verder precies het zelfde.
Hij zij: ‘Ik ben Danny Meier, uw broer.’ Ik was perplex, maar geloofde hem meteen. We zijn samen in zijn auto weggereden om geen opzien te baren en hebben uren land het strand gelopen en gepraat.’
Mijn mond viel open. ‘Hoe kan dat nou? Je moeder is toch bij je geboorte gestorven? Of is hij ouder dan jij?’ Ik begreep er niets van.
‘Hij is mijn tweelingbroer.’
‘Ik geloof er niets van, waarom heeft je vader hier nooit wat van gezegd? Met plastische chirurgie kan je een heleboel veranderen tegenwoordig. Het is vast een oplichter, pas maar op. We hebben al rotzooi genoeg.’
De angst moet op mijn gezicht te lezen zijn geweest, want Joost haastte om ook voor mij een drankje in te schenken.
Joost is geboren in het laatste oorlogsjaar. Het was een moeilijke bevalling, er werd een razzia in de wijk gehouden, waardoor de dokter te laat kwam om zijn moeder nog te redden. Zijn vader was nooit hertrouwd en had hem alleen opgevoed. Dat was het verhaal dat ik altijd gehoord had. Zijn vader was een stille man, die een paar jaar nadat we getrouwd waren was overleden. Geen broers, geen zusters, niets. Allen een paar oude ooms en tantes.
‘Danny, hij heet voluit Daniel, is er nog niet zo lang geleden achtergekomen hoe het werkelijk gegaan is bij onze geboorte. Zijn moeder is vorig jaar overleden en heeft hem het hele verhaal op haar sterfbed verteld. Daarna is hij naar mij op zoek gegaan. Ik geloof hem. Als je hem ziet, geloof jij het ook, we zijn echt als twee druppels water.’
Hij schonk ons beiden nog eens in.
‘Onze moeder kreeg een tweeling. Alles ging mis tijdens de bevalling. De dokter mocht er van de Duitsers, die net een razzia in de wijk hielden, niet door. De kraamverpleegster was wel te voet op tijd gekomen, maar kon het in haar eentje niet redden. Onze ouders hadden onderduikers en zij riep de hulp in van een onderduikster, Rachel Meier. Toen de dokter eindelijk kwam, was onze moeder al gestorven.’
Zijn stem haperde even, hij haalde diep adem en vervolgde zijn verhaal, terwijl ik zwijgend luisterde.
‘De man van Rachel Meier, Daniel, was gefusilleerd door de Duitsers en Rachel had tijdens haar vlucht daarna haar ongeboren baby verloren. Daar zaten twee mensen met een groot verdriet met elk een pasgeboren jongetje op schoot. Mijn vader was radeloos, hoe kon hij in zijn eentje twee kinderen grootbrengen in een land dat in oorlog was? Vergeet niet dat de hongerwinter net begonnen was. Mijn vader was kapot van verdriet om het verlies van zijn vrouw, mijn moeder was pas 23 en hij 28. Rachel was nog niet over het verlies van haar man en baby heen. Zij hebben toen samen een beslissing genomen. De dokter en de kraamverpleegster waren het er over eens dat het een goede oplossing was. Mijn vader heeft mij de volgende dag aangegeven als zijn zoon en de dokter heeft Danny aangegeven als de zoon van Rachel en Daniel Meier. Hij zat zoals zoveel artsen in het verzet en heeft het kunnen regelen met een neef die op het gemeentehuis werkte. Rachel en Danny zijn meteen daarna naar een ander onderduikadres ergens in Groningen overgebracht.’
Het was een ongelofelijk verhaal, maar misschien was het toch waar. Zulke dingen kunnen waarschijnlijk gebeuren in oorlogstijd.
‘Danny’s moeder is naar Canada geëmigreerd. Ze had hier niets meer te zoeken, haar hele familie was in kampen omgekomen. Ze bleef wel Nederlands spreken in huis, woonde trouwens in een Nederlandse gemeenschap, dus Danny heeft geen Canadees accent. Hoewel zijn moeder beloofd had nooit aan iemand te vertellen wie zijn werkelijke ouders waren, kon zij dat geheim toch niet mee de dood in nemen en heeft hem vlak voor ze stierf over zijn ware afkomst verteld. Sindsdien is hij mij gaan zoeken en vandaag heeft hij mij gevonden.’
‘Ik zie niet in wat ons dat verder zou kunnen helpen. Heeft hij veel geld? En wil hij dat aan jou geven om je probleem met Verwoerd op te lossen?’
‘Nee schatje, ik moet het nog in detail uitwerken, maar het komt er op neer dat ik Danny als mijn dubbelganger voor mijn alibi laat zorgen, terwijl ik zelf met Verwoerd afreken.’
Hij zag dat ik schrok en stelde me metten gerust: ‘Niet letterlijk natuurlijk, maar gewoon, ik heb dan mijn handen vrij om te doen wat ik moet doen, terwijl Danny mijn plaats inneemt, zodat niemand mij ervan verdenkt.’
‘Hoe denk je hem daartoe over te kunnen halen? Jullie kennen elkaar nog maar net. Waarom zou hij willen meewerken aan zo’n dubieus plan?’
‘Hij was zó blij mij te zien. We zijn een identieke tweeling, dus denkt hij er vast netzo over als ik. Een kwestie van genen. Hij wil dat vast voor mij doen, dat voel ik gewoon.’
‘Het lijkt me niks.’
‘Lautje, we kunnen zo in één klap uit de misère zijn en er nog wat extra aan overhouden ook. En dat delen we dan met Danny. Daarmee kan ik hem wel over de streep krijgen.’
Ik stond op. Het ging allemaal te snel voor mij.
‘Hij komt morgen eten, dan kan je kennis met hem maken. Hij gaat morgenochtend naar de kapper en laat zijn haar net zo knippen als ik. Verder hebben we afgesproken dat hij voorlopig uit mijn buurt blijft. Ik zei dat ik er eerst met jou over wilde praten. Hij vond dat heel gewoon.’
‘Hoe lang is hij al in Nederland?’
‘Een paar weken, geloof ik. Het heeft hem nogal wat tijd gekost ons te vinden, wij zijn vaak verhuisd en zijn moeder wist niet precies meer hoe onze naam gespeld werd.’
Ik herinnerde me opeens dat we de week ervoor tijdens een concert in het Concertgebouw door een man die naast ons zat werden aangesproken. Hij was ervan overtuigd dat hij de dag daarvoor met Joost had staan praten in de foyer van een hotel in Venlo. Dat kon dus heel goed Danny geweest zijn. Toch was ik nog niet helemaal overtuigd. Dat veranderde de volgende dag toen ik Danny en Joost naast elkaar zag, ze samen zag praten, lachen, gesticuleren. Het was of ik dubbelzag. Hun stem, hun kalende kruinen, de manier waarop ze keken, hun vork vasthielden, de rechter voet iets naar buiten plaatsten als ze liepen. Het was inderdaad een volmaakt identieke tweeling.

In de bouw gaat nog steeds veel cash om. Heel veel cash. Joosts compagnon had een kluis in zijn privé-kantoor waaruit Joost af en toe wat “leende” om voor hun firma of voor zijn eigen plannetjes een deal te kunnen maken. Joost was een goede onderhandelaar en slaagde er vaak in grote contracten voor de firma binnen te halen, met soms mooie commissies voor Verwoerd en hemzelf. Ik wist natuurlijk wel dat dat niet altijd helemaal volgens de regels verliep, maar hij wist mij er steeds weer van te overtuigen dat ik me er geen zorgen over hoefde te maken. Ze waren per slot van rekening altijd buiten schot gebleven. We leefden er goed van, we konden ons veel permitteren en ik genoot van het leven samen met Joost. Het afgelopen jaar was het allemaal niet zo gelopen als ze hadden gehoopt, en nu wilde Verwoerd zijn geld terug. Er waren harde woorden gevallen en er was gedreigd. Het was niet eerlijk. Verwoerd werd in de moederfirma door Joost afgeschermd en hield schone handen en Joost knapte het vuile werk op in het zwarte circuit. Ze profiteerden daar allebei van. Het zag ernaar uit dat Verwoerd zijn compagnon nu het even mis was gegaan, liet vallen als een baksteen. We konden geen kant op.
Ik ging uiteindelijk akkoord met de oplossing die Joost bedacht had. Hij had gelijk wat Danny betrof, die had geen enkele scrupule en deed enthousiast mee. Danny en ik zouden samen naar de filmpremière van Zwartboek in Tuschinsky gaan en zorgen dat we overal gezien werden, zo mogelijk zelfs op het tv-journaal. Joost kon daarvoor wel een uitnodiging ritselen. Tegelijkertijd zou Joost de kluis in Verwoerds kantoor legen en het eruit laten zien als een roof door onbekende derden. Het klonk eenvoudig. Maar het liep anders.

‘Lautje, er is iets vreselijks gebeurd’.
Danny en ik kwamen warm en lacherig terug van een feestelijke avond met iets te veel drank en veel BN-ers, zelfs Willem-Alexander en Máxima waren aanwezig geweest. Ik had een nieuwe, gewaagde avondjurk aan en Danny had overtuigend, naar mijn mening zelfs wat overdereven, de rol van mijn bewonderende echtgenoot gespeeld en was geen moment van mijn zijde geweken.
Joost was ons tegemoet gelopen in de hal. Hij zag er ontredderd uit.
‘Gerard Verwoerd is dood’. Hij schreeuwde, hoewel wij vlakbij hem stonden. ‘Ik heb hem dood geslagen’.
Ik dacht dat ik flauwviel. Danny greep Joost bij zijn schouders en probeerde hem te kalmeren, wat na een paar minuten leek te lukken. Hij schonk voor ons alledrie een flinke whisky in en vroeg Joost precies te vertellen wat er gebeurd was.
‘Alles verliep volgens plan. Ik had wat geknoeid met de deursloten en was net bezig de safe te openen met de sleutels die ik zogenaamd een week geleden was kwijt geraakt, toen Gerard onverwacht binnen stapte. Zijn afspraak van vanavond was verzet en hij kwam nog even naar de zaak om wat tekeningen te halen. Hij vroeg wat ik aan het doen was en ik verzon gauw een aannemelijk verhaaltje. Maar hij tuinde er niet in. Hij zei dat ik er gloeiend bij was, dat hij een opname had van een gesprek van mij over een illegale deal met een grote woningcorporatie en dat hij mij erbij zou lappen als ik niet onmiddellijk het bedrag dat ik hem schuldig was aanzuiverde. Terwijl hij wist dat ik het geld niet had. Ik heb zo ontzettend veel geld voor hem verdiend. Zonder mij zou hij nog steeds een klein onbetekenend aannemertje zijn. En nu vertelde hij mij grijnzend dat hij mij had laten afluisteren en stiekem mijn gesprekken tijdens onderhandelingen had laten opnemen. Dat hij mij aan justitie zou overleveren. De achterbakse smeerlap. Dat is dan je compagnon en vriend.’
Joost verslikte zich van woede in zijn whisky.
‘Nou en?’ Danny’s stem klonk kortaf en zakelijk. ‘Dan zit hij toch zelf ook behoorlijk fout?’
Joost keek mij hulpeloos aan. ‘Nee, dat speelde allemaal via andere BV-tjes die op mijn naam staan. De moeder-bv is clean. Veel geldstromen zijn in cash. Hijzelf blijft buiten schot.’
‘Goddammit. Wat gebeurde er toen?’
‘Ik ging helemaal over de rooie. Ik pakte het eerste wat ik onder mijn handen kreeg, de schemerlamp met zware koperen voet die op zijn bureau staat, en sloeg hem daarmee op zijn godvergeten zelfgenoegzame kop tot hij ophield met lachen.’
Ik zag het voor me en barstte in huilen uit. Danny probeerde me te troosten, maar ik kon zijn aanraking niet verdragen, hoezeer hij ook op Joost leek. Hij rook anders, voelde anders aan. Ik stortte me in de vertrouwde armen van mijn eigen Joost. Hij wiegde me en beloofde dat alles in orde zou komen. Wat natuurlijk niet waar was, maar ik geloofde hem desondanks toch. Danny was zichtbaar ongeduldig, dus Joost ging verder met zijn verhaal.
‘Ik heb het geld genomen, Verwoerds sleutels uit de zak van zijn colbertje gehaald en op de grond voor de kluis gegooid. Wel zo goed eigenlijk, kon ik mijn eigen sleutels gewoon meenemen. Daarna heb ik een enorme rotzooi gemaakt, zodat het er echt als een overval uitzag.’
Danny knikte goedkeurend. ‘Die man heeft gewoon zijn verdiende loon gekregen. Er is geen enkele connectie met jou en je alibi staat vast. Niks aan de hand eigenlijk, ik zou zeggen een goede oplossing. Zwart geld dat niet te achterhalen is, perfect. Hoeveel is het?’
‘Ik moet het nog tellen, maar wel meer dan een miljoen, schat ik. Ik heb het verstopt, dat weet je, zodat het bij een eventuele huiszoeking hier niet gevonden zal worden.’
‘Oké. Kan ik nog iets voor je doen, anders ga nu. Ik houd me gedeist, we zien elkaar op de afgesproken plaats.’
De twee broers namen afscheid met een handdruk en een ferme klap op elkaars schouders. Danny bedankte mij voor wat hij mijn onvergetelijk plezierige gezelschap als echtgenote noemde tijdens het feest in Tuschinsky en kuste me uitdagend op mijn mond ten afscheid. Ik was blij dat hij wegging, ik vond zijn reactie op Joost’s afschuwelijke belevenissen van die avond eng, veel te cool.

Wonder boven wonder liep het voor ons toch goed af. Er was een gedegen politieonderzoek met lange verhoren van Joost, het personeel en zakenrelaties. Het leverde niets op. Het zou ongetwijfeld een van de vele onopgehelderde misdaden van dat jaar worden. Joost had voorgesteld om meteen als alles afgerond was samen op vakantie naar de Bermuda’s te gaan. Het had mij allemaal erg aangegrepen, dus toen hij een dag na de crematie van Gerard Verwoerd thuiskwam met een vliegticket voor mij, was ik ontzettend blij al vooruit te kunnen gaan. Joost zelf kon nog niet weg omdat hij zijn zaakjes met Danny af moest wikkelen en er binnen de firma van alles geregeld moest worden nu een van de compagnons was weggevallen en het aangenomen werk toch moest worden uitgevoerd. Ik had Danny niet meer gezien sinds die afschuwelijke avond. Hij zou onmiddellijk na de verdeling van de buit terug naar Canada gaan en de twee broers zouden daarna geen contact meer met elkaar zoeken, ondanks de hartelijke relatie die ze in die korte tijd hadden opgebouwd. Ze hadden het per slot van rekening een mensenleven zonder elkaar moeten doen, dus moesten ze de rest ook maar gescheiden doorbrengen. Ik was blij toe en wilde Danny nooit meer zien. Ik merkte wel aan Joost dat hij het achteraf betreurde dat hij beloofd had 50/50 met Danny te delen. Tenslotte was zijn aandeel in de hele affaire maar gering geweest, maar we konden geen reden verzinnen om hem met minder af te schepen. En dat zou hij ook niet geaccepteerd hebben. Volgens mij was Danny een keiharde, ook al vonden de broers elkaar op het oog nog zo aardig.

Het vliegtuig heeft de landing ingezet. Nog hooguit tien minuten en ik zie Joost weer. Ik kan haast niet wachten om zijn armen om mij heen te voelen. Veertien dagen alleen maar e-mailcontact is afzien. De rust heeft mij goed gedaan. De zon, het zwemmen in zee en de massage hebben mij jaren jonger gemaakt, bruin en gezond. Ik weet dat ik er stralend uitzie. Ik verheug me op een heerlijke vakantie met mijn man uit duizenden. Ik zie hem van de vliegtuigtrap afkomen. Hij zwaait. Nog even.

‘Laura, lieverd!’‘Oh nééé…..… Danny?’